Toezicht anno 24 – Groen in algemeen belang
Mede dankzij Jan Terlouw kreeg Aline te Linde al op de basisschool een grote interesse voor natuur en milieu. In haar ontwikkeling als Aardwetenschapper met als specialiteit Waterbeheer had ze veel profijt van de eigenschappen die ze van haar vader en moeder meekreeg. Zo leerde ze dat water-technische vraagstukken vaak in samenwerking op creatieve wijze kunnen worden opgelost. In april treedt Aline toe tot de Raad van Toezicht van de Natuur en Milieufederaties. Vanuit deze rol hoopt ze niet alleen een stem te geven aan natuur en toekomstige generaties, maar tevens ons vestigingsklimaat – en dus ook de economie – een handje te helpen.
Kun je wat over je achtergrond vertellen?
“Ik ben opgegroeid in een dorpje vlakbij bij Zutphen, in een gezin van vier. Mijn vader was werkzaam in de techniek, mijn moeder was meer een creatief en sociaal persoon. Op de basisschool las ik Koning van Katoren van Jan Terlouw. Terlouw woonde in de buurt en kwam bij ons op school vertellen over de boodschap van het boek, die gaat over milieuvraagstukken en luchtvervuiling. Nog diezelfde week richtte ik met een vriendin een natuur, milieu en dierenclubje op. Toen is mijn interesse in omgeving, aarde en natuur echt ontstaan. Later ben ik Aardwetenschappen gaan studeren, en ik verdiepte me in waterbeheer. Binnen deze discipline leerde ik dat deze technische vraagstukken vaak creatief en in samenwerking worden opgelost. Daar komen de eigenschappen die ik meekreeg van mijn ouders dus goed in samen.”
Hoe kwam toezichthouden op jouw pad?
“Een paar jaar geleden voelde ik, na lang inhoudelijk werk gedaan te hebben, de ambitie om leiding te gaan geven. Die kans heb ik gekregen en dat beviel erg goed. In mijn omgeving kreeg ik zicht op verschillende governance vraagstukken en ik merkte dat deze iets in mij losmaakten. Mijn leidinggevende, zelf toezichthouder, zei tegen mij dat toezichthouden wel iets voor mij was. Iemand anders in mijn netwerk drukte me op het hart niet te lang te wachten met het overwegen van een toezichtrol. Ik zat daarnaast in de Raad van Advies van een regionale Natuur en Milieufederatie. Dus toen de koepel van de Natuur en Milieufederaties via ADJ op zoek ging naar mensen voor de Raad van Toezicht was de optelsom snel gemaakt.”
Hoe vertalen jouw persoonlijke eigenschappen zich naar jouw rol als toezichthouder?
“Officieel word ik pas op 2 april benoemd, dus formeel gezien ben ik nog geen toezichthouder. Maar als persoon ben ik vrij rustig, neutraal en ik denk dat ik beschik over een sterk beoordelingsvermogen. Ik denk ook dat mijn rust mij gaat helpen leren te bepalen wanneer ik welke rol als toezichthouder inneem. Als organisatieadviseur leerde ik om een vraagstuk geduldig te bekijken, vanuit verschillende hoeken, om vanuit die brij een onafhankelijk beeld te vormen. Je wilt voorkomen dat je al snel denkt te weten wat er aan de hand is, iets dat lastig kan zijn omdat je eigen blik je waarneming echt kan kleuren. Daar ben ik me goed van bewust. En omdat er bij de Natuur en Milieufederaties veel gelijkgestemden werken verwacht ik dat dit wel een toegevoegde waarde kan zijn.”
Wat is het belang van de Natuur en Milieufederaties en hoe draag jij daaraan bij?
“De Natuur en Milieufederaties geven de natuur en toekomstige generaties een stem. Maar hun werk – en dus belang – is uiteindelijk ook ons algemene belang. Als bewoners van een delta, of anders gezegd, een knooppunt van ecosystemen hebben we een zeer aantrekkelijk vestigingsklimaat. Daarom is het belangrijk te beseffen dat het werken aan een gezonde natuur over veel meer gaat dan over het willen redden van biodiversiteit en weerbaar blijven in de strijd tegen de stijgende zeespiegel. Juist omdat we in een delta leven is het essentieel om gezonde leefomstandigheden en recreatiemogelijkheden te borgen. Want als dat op orde is zal onze economie daar ook door groeien. In mijn rol als toezichthouder draag ik daar natuurlijk vooral indirect aan bij, bijvoorbeeld door te zorgen dat de Natuur en Milieufederaties gezond blijven. En door toe te zien op een degelijke governance.”
Als het om natuur gaat, ben je dan meer hoopvol of eerder pessimistisch over de toekomst?
“In Bangladesh heb ik gezien wat het betekent als gebieden onleefbaar worden. Dat is echt verschrikkelijk om te zien. En ik maak me bijvoorbeeld ook zorgen over de kwaliteit van ons water, waarin pesticiden en pfas terecht komen. Want uiteindelijk drinken we dat water niet alleen, het komt ook in ons voedsel terecht. Toch is het antwoord op je vraag genuanceerd, ik zou mezelf namelijk geen doemdenker willen noemen. Iets dat bijvoorbeeld fascinerend is om te zien is het tempo van de energietransitie. Inmiddels hebben we zelfs Duitsland ingehaald als het gaat om de inzet van zonnepanelen. Dat gaat eigenlijk veel sneller dan ik mezelf ooit had kunnen voorstellen.”
April 2024