Toezicht anno 24 – Alle geluiden hoorbaar maken

Merida Steba is van huis uit bedrijfskundige, maar werd specialist op het gebied van marketing en communicatie. Met veel enthousiasme en zonder bestuurservaring, solliciteerde ze vijf jaar geleden naar haar eerste rol als toezichthouder. Sinds kort is Merida opnieuw benoemd in een Raad van Toezicht, maar nu als voorzitter bij Museum Speelklok in Utrecht. In deze rol hoopt ze ruimte te bieden aan ieders geluid. En om vanuit openheid te werken aan vertrouwen.

Merida, hoe verliepen je eerste stappen in jouw loopbaan?

“Nadat ik als bedrijfskundige aan Nyenrode afstudeerde, ben ik mijn loopbaan in 1992 bij de voorloper van KPN begonnen (toen nog de gezamenlijke organisatie voor post en telecommunicatie). Voor de meeste mensen is de overstap van theorie naar praktijk wel even wennen, zo ook voor mij. De dynamiek van een grote organisatie was nieuw, maar ook leerzaam. Ik vond mijn weg en werkte als marketeer voor de zakelijke markt. Nadien stapte ik over naar een energiemaatschappij. Beide markten zijn geliberaliseerd en in die ontwikkeling gedijde ik goed. Zeker omdat ik graag klantgericht werk en werk aan organisatieontwikkeling.”

Maar op dit moment werk je niet meer voor een commerciële partij.

“Dat klopt. Ik kreeg borstkanker. Tijdens mijn herstel begon ik mijzelf af te vragen waar ik mij echt voor in wilde zetten. Het antwoord was dat ik een meer maatschappelijk belang wilde dienen. In die periode kreeg ik de kans om bij Waternet aan de slag te gaan. Ook besloot ik te solliciteren als toezichthouder bij Probiblio. Omdat ik geen bestuurservaring had, verwachtte ik niet veel kans te maken.  Tot mijn verbazing ging ik heel soepel door de procedure en was er bij Probiblio het lef en vertrouwen mij, zonder enige bestuurservaring, de kans te geven.”

Hoe heb je jouw eerste dagen als toezichthouder beleefd?

“Ik nam mezelf voor om open, onbevangen en nieuwsgierig naar de organisatie te kijken. Ik wilde niet teveel meegaan in het groepsdenken, maar onafhankelijk en zuiver blijven. Met dit uitgangspunt probeerde ik belangrijke thema’s op tafel te leggen, maar merkte dat ik niet altijd automatisch bijval kreeg. Hoewel het worstelen was met de twijfels die dat veroorzaakte, ben ik achteraf toch blij dat ik die thema’s op tafel heb gelegd. Tijdens een zelfevaluatie sprak ik mezelf ook uit over mijn worstelingen, waarna bleek dat andere leden soortgelijke worstelingen hadden. Kortom, ik leerde dat je als toezichthouder best je ongemak op tafel mag leggen.”

Inmiddels ben je ook voorzitter van de RvT van Museum Speelklok, wat neem je van jezelf en je ervaring mee?

“Persoonlijk ben ik erg enthousiast over Museum Speelklok dus was ik dubbel gemotiveerd toen ADJ mij op deze functie wees. Ik ben een vrouw, stadsmens en een groot liefhebber van muziek en techniek. Dat komt erg goed van pas in deze functie. Als voorzitter hoop ik dat enthousiasme en energie aan de rest van de RvT mee te kunnen geven. Ook hecht ik veel waarde aan vertrouwen en respect. Uiteindelijk zie ik het als mijn taak om -binnen de kaders van de governance- op basis van openheid en gelijkwaardigheid alle geluiden hoorbaar te maken. En niet alleen omwille van inclusie als doel op zich, maar juist ook om alle aanwezige kwaliteiten te benutten.”

Wat vertegenwoordigt Museum Speelklok en wat draag jij daaraan bij?

“Het museum vertegenwoordigt wat mij betreft het leren: over techniek, muziek en geschiedenis. Je leert hier over de dilemma’s van een orgelmaker en welke geschiedenis er achter een instrument zit. Dilemma’s van makers toen, zijn ook dilemma’s van makers nu. Eén van mijn favoriete zelfspelende instrumenten in het museum is de Banjo Encore in ons restaurant. Deze vertelt onder andere welke muziek wel en niet gespeeld mocht worden op plantages tijdens de slavernij. Het museum vertelt eveneens hoe rijkdom die door de slavernij werd gekregen, werd gebruikt voor pronkstukken zoals zelfspelende klokken. Een belangrijk verhaal dat ook verteld mag worden. Als toezichthouder draag ik – al is het op afstand – bij aan het vertellen van de verhalen. Ook door mezelf volledig mee te nemen. Ik ben in Amsterdam geboren en mijn roots liggen in Suriname en Curaçao. Het vertellen van de geschiedenis door verschillende brillen en leren van de geschiedenis, vind ik daarom extra belangrijk.”

Februari 2024