Ik ook op jou!

“Ons team werkt niet echt lekker samen” is vaak de leidende zin van een telefoontje dat over teamontwikkeling gaat. “En waarom is dat erg?” is dan meestal mijn reactie. Wellicht klinkt dat wat ironisch, maar serieus bedoel ik het wel.  Want teamleden zullen alleen de noodzaak voelen elkaar te vinden als ze zich bewust zijn van het nut.  

Onderbuikgevoelens
Het zoeken naar een concreet antwoord op de vraag duurt vaak even en het blijft aanvankelijk wat algemeen. “Er lijken subgroepjes te zijn ontstaan en dat voelt niet helemaal prettig”. “Er wordt geroddeld en dat kan toch niet de bedoeling zijn”. “Vermoedelijk werken we efficiënter als we beter op elkaar zijn afgestemd”. Dit soort onderbuikgevoelens heeft natuurlijk impact op meer wezenlijke zaken, zoals het gezamenlijke resultaat.

Invoelbaar
Mensen die initieel voor hetzelfde werk kozen en elkaar in de operatie het liefst vermijden: ik kan dat nog altijd wonderlijk vinden. Doordat ze dezelfde interesses hebben, hetzelfde nastreven, zou je in theorie toch een vanzelfsprekende klik kunnen verwachten? Dat die veronderstelling naïef is, weet iedereen met een beetje werkervaring wel. Want in iedere groep is concurrentie. Angst dat de een het net een beetje beter doet, waardoor de toegevoegde waarde van de ander verbleekt. Die collega die het altijd nodig vindt dat stapje meer te zetten, waardoor de effort van de rest minder zwaar weegt. Het altijd nog even napraten met de leidinggevende. Altijd het contact met die lastige klant uit de weg gaan. De kantjes er vanaf lopen. Of juist altijd die verbetering willen doen.
Het aantal mogelijke irritaties is oneindig en invoelbaar. Toch blijft het jammer dat mensen met vergelijkbare affiniteiten elkaar verliezen op hun weg naar verwezenlijking daarvan.

Krachtig
Een team is krachtig als men het vizier heeft op een gezamenlijk doel. Als leden hun eigen kwaliteiten, en die van collega’s, kennen. Als ze weten hoe ze elkaars inzet kunnen benutten. Als men elkaars hulp durft de vragen en er de bereidheid is die aan elkaar te leveren. En, last but not least, als collega’s zich realiseren dat de zwakste schakel in het samenwerkingsproces het teamsucces bepaalt, dat afstraalt op de hele groep. Om te werken vanuit deze basisbeginselen is vertrouwen nodig. Maar dat is er helaas niet zonder meer.

Precair
Vertrouwen is een precaire waarde. Het vermogen te vertrouwen, ontwikkelen we in onze vroegste jeugd. De meeste mensen kunnen dit “een beetje” of “niet altijd, maar meestal wel”. Vertrouwen is er makkelijker tussen mensen die op elkaar lijken. Letterlijk, in plastische zin. Met het zichtbare beeld van wat ons “vertrouwd” is sinds we leven, hebben we om leren gaan. Ons vertrouwen zegt vaak niet zoveel over de ander. Maar meer over ons vertrouwen in het eigen vermogen effectief op de ander aan te sluiten. Als er aangeleerd vermogen is, voelen we ons daar comfortabel(er) bij.

Teams samenstellen van uitsluitend mensen die op elkaar lijken, brengt grote risico’s met zich mee. Collega’s die onderling verschillen, omdat het leven hen andere zaken heeft geleerd, beschikken over kennis die elkaar aanvult. Uiteenlopende socialisatieprocessen leiden tot andersoortige vaardigheden en zienswijzen. En juist dat maakt een groep complementair. Juist daardoor kan gezamenlijk het hoofd geboden worden aan opgaven die de dagelijkse complexiteit overstijgen. Dat is wat we medewerkers, teams en de organisaties gunnen!

Paradoxale uitdaging
Een resumerende tussenstand vertelt ons dat we twee dingen willen: mensen op wie we lijken, want dat geeft vertrouwen. En mensen waarvan we verschillen, want dat zorgt voor complementariteit. Dat klinkt als een paradoxale uitdaging. Hoe krijgen we dat nou voor elkaar?

De basis
Om toe te werken naar vertrouwen, is het zaak naar de basis terug te gaan: “Wat heeft gemaakt dat jij hier bent?” “Waarom treffen wij elkaar op onze weg?” Als ik aan de slag ga met ontwikkeling van teams, begin ik doorgaans met een vraag die mensen uitnodigt terug te gaan naar hun oorspronkelijke motief. “Welke ervaring maakt dat jij vandaag de dag doet wat je doet?” We nemen de tijd voor een ronde waarin bepalende gebeurtenissen worden gedeeld. En gek of niet; dan ontstaan er altijd rode draden. Dan blijkt de zestigjarige vanuit dezelfde beweegreden voor zijn vak gekozen te hebben als zijn de collega van tweeëndertig naast hem. Willen hij en zij het beiden voor anderen beter maken dan zij het zelf hebben gehad. En vinden de volgende vier dat er nog zoveel onrecht in de wereld is. Daar hebben ze het altijd allemaal voor gedaan! Na enige tijd over dit soort zaken uitgewisseld te hebben, zegt er altijd wel iemand: “ik lijkt toch eigenlijk wel op jou”. Het antwoord “ik ook op jou” bevestigt het eerste of hernieuwde vertrouwen. En daarmee is de basis gelegd voor een constructieve volgende stap.

Verfrissende interesse
Het tweede deel van de sessie wordt alleen maar leuker. We zijn benieuwd waarin we elkaar nog meer zullen herkennen. Vanuit verfrissende interesse gaan we in gesprek over elkaars kwaliteiten. En dan blijkt dat wat de een ontzettend leuk vindt, de ander juist enorm tegen te staan. “Maar dat is mooi, want als we de taken nou wat anders verdelen, worden we daar beiden beter van.” “En nu we het daar toch over hebben; ik stel al heel lang het invullen van die lijstjes uit”. “Oh, ik vind dat juist heerlijk. Kom maar door en bel jij dan die lastige klant!”.

De dagelijkse afstemming
Als er lange tijd een nare stroom onder of zware deken op een team gelegen heeft, is de lucht natuurlijk niet in één middag geklaard. Maar een break uit de operatie, waarin mensen elkaar met nieuwe ogen leren zien, kan het tij wel drastisch keren. De inzichten die over elkaar zijn opgedaan, kunnen worden toegepast in de dagelijkse afstemming. Soms zal natuurlijk de irritatie weer even de kop op steken. Maar omdat er, in ieder geval een beetje, vertrouwen is, is de stap om te vragen “waarom doe je nou zo?” of “wil je met helpen?” net wat kleiner.

Het nut dat samenwerking brengt
Teams die meer nodig hebben, begeleiden we graag wat langer. We leren collega’s te spreken vanuit hun behoeften. Geven ze het vertrouwen om te vertellen over hun talent. Helpen ze naar voren te stappen of om af te remmen. Wijzen ze op de successen die ze samen hebben bereikt. Zo wordt een team zich bewust van het nut dat samenwerking brengt. En behalen ze voor de organisatie mooie resultaten!

Werk jij in of met een los-zand-team? Bel ADJ, dan gaan we ook met jouw team aan de slag!  

 

Nicoliene de Bruijne
Partner ADJ
Januari 2024